Expeditie Zwitserland 2022

De eerste explorer expeditie is een feit!

Deze week kamperen de explorers in Kandersteg, Zwitserland 

Tijdens het kamp vullen we de fotogalerij en het logboek aan.

Kampverslag
Donderdag 21 t/m zaterdag 23 juli (Thomas)
Donderdagavond 21 juli kwamen wij samen op de Frans Hals om alle spullen en andere benodingdheden om deze in te laden in een te krappe ruimte op wielen, een aanhangwagen. Na een hels kwarwei zijn wij erin geslaagd alle zooi in deze edele wagen te laden en ging de leiding op pad en wijdden wij ons aan onze bedden voor de laatste goede nachtrust in 10 dagen.

Na deze nachtrust en een ochtend stonden wij allen klaar voor de trein naar de nieuwe wereld. In de trein stonden helaas nog geen zitplaatsen voor ons klaar, dus deze moesten in een te volle trein tactisch gewipt worden door onze voorbeeldige hulpleiding. Eenmaal onszelf gepostioneerd te hebben in onze stoelen maakten wij ons klaar voor een lange nacht…. Tijdens deze lange reis besloten sommigen onder ons om de achterstallige insignes te installeren op de desbetreffende bloussen. En toen kwamen we aan in Frankfurt… Frankfurt de stad van prachtige industrie en brutalisme. En kennelijk metalconcerten. Dus om 4 uur ‘s nachts werd de trein opeens druk beladen met Duitse Metal Fans en kachelde de trein weer door.

Een tijdje later, toen de zon weer op begon te komen, besloot een klein kind opeens dat ze er allemaal geen zin meer in had en ramde ze kortdaat haar teken-apperaatje kapot, haar moeder besloot deze daad van aggressie te negeren en daarop besloot het kind dat het een goed idee was om acuut keihard het te gaan uitschreeuwen, waarop een van de Duitse Metal fans besloot dat de maat wel eens vol was en jouwde het kind, in ordentelijk Duits, toe dat ze nu wel eens haar muil mocht houden. Waarna hij zijn toorn naar ons keerde omdat wij kennelijk te hard praatten. De hulpleiding vond dit een geschikt moment om te benoemen dat wij niet in een stiltecoupe zaten, gelukkig behielden wij ons leven en ging de reis door.

Na nog een aantal keer overstappen en wat geslaap in gangpaden kwamen wij aan in Kandersteg, bij een Rik en een Jelle die uitbundig aan het genieten waren van aardbeienkwark en na een stukje lopen kwamen wij aan op het kampterrein, waar wij nog op moesten bouwen na ongeveer 1 uur slaap. Hierna besloten wij dat slaap het beste programma zou zijn en hebben wij een tukje gedaan. Nog een tripje Kandersteg in en wat koken en wat spelletjes vonden wij het mooi geweest en zijn wij gaan zagen.

Zondag 24 juli (Thomas)
In de vroege ochtend herrezen wij uit onze tijdelijke dood. En behielpen wij ons aan ontbijt om zo in de ochtend al af te taaien naar een rodelbaan, die was ’s ochtends namelijk goedkoper, en dan te gaan zwemmen in de Oeschinensee. Maar goed, wij dus met de kabelbaan naar de rodelbaan aftaaien, besluit deze baan natuurlijk precies dit moment om de geest te geven. Waarop wij natuurlijk neer ploften en wachtten tot de baan weer tot leven kwam. Na deze resurrectie negeerden wij 5 rondjes de rem en probeerden wij niet vroegtijdig te sterven. Daarna liepen wij naar de rustieke “Oe-chinee-zee” waarin wij probeerden te overlijden aan onderkoeling, dit was erg effectief. Zeker voor Igor (er was een gasbrander nodig om hem weer warm te krijgen). Tevens hielpen wij onszelf aan een broodje knak, waar de broodjes en de knak spontaan verdwenen.

Na dit alles vonden wij het weer mooi geweest en zijn wij weer de berg af, naar het kampterrein gegaan, waarbij het knap lastig was om Rik bij te houden. Zijn lopende tempo lag op 8 km/h. Dus dat werd een lastige onderneming, maar toch succesvol, we werden beloond met ijs en we zijn allemaal bij de tent gekomen. Toch hebben wij het voor elkaar gekregen te laat te komen in het krankzinnige tempo van Rik en moesten wij haasten met het koken. Na het eten kwamen wij prachtig te laat bij de International Evening en hebben wij de voorbeeldige Nederlandse traditie verspreid van Snollebollekes, het werd net wat minder gewaardeerd door andere, non-Nederlandse, aanwezigen. Hiernaa besloten wij de anderstaligen nog wat meer te terroriseren door het kampterrein te verkennen. Uiteindelijk koloniseerden wij een volleyball-veldje en speelden een paar potjes. Wij werden daar uiteindelijk weggetrokken om de achterstallige afwas weg te werken. Hierna werden zakken chips tevoorschijn getoverd en verorberd, daarna was het tijd van slapen.

Maandag 25 juli (Anne en Demi)
Vandaag begonnen we veels te vroeg aan een veel te lange dag. Het plan was om rond 7:45 bij de bus te staan zodat we op die manier naar het station konden vertrekken. Ons kennende waren we precies 1 minuut voor vertrek klaar om te gaan. Met wat losse schoenen en jassen hebben we het dan toch gered. Ook de trein haalden we op het nippertje. Toenn we in de trein maar 12 man telden in plaats van 13 ontstond er dikke paniek, maar ook dat kwam, ons kennende, vanzelf weer goed.

Eenmaal aangekomen in Bern bleek dat twee rotjochies de veters van een medescout aan elkaar hadden genoopt terwijl zij diep in slaap gezonken was. Toen we de trein moesten verlaten kwamen hier toch wat problemen bij kijken, zo erg dat zelfs de leiding kwam helpen met losmaken 🙂

Eenmaal in het centrum aangekomen ontstond de discussie over de stepjes die in het centrum te huren waren. Konden we nu wel of niet als ‘bijna 18 jarige’ deze stepjes berijden? Na een lange strijd waren wij allen diep teleurgesteld dat de begeleiding besloot dat dit geen slim idee was.

Toen deze teleurstelling een beetje was gezakt zijn we opgesplitst in 4 groepjes. Er waren echter veel verschillende interesses en veel verschillende dingen te doen in Bern. Bepaalde groepjes hebben de Kathedraal bekeken, en hebben genoten van het uitzicht bij het parlementsgebouw. Andere groepjes vonden het een slim idee om de eerste en beste supermarkt te zoeken voor de hoog nodige versnaperingen. Om vervolgens 200 meter verder op het gras te ploffen en daar 2,5 uur te blijven liggen. Toen een aantal het liggen zat waren zijn ze ook maar de kathedraal gaan bewonderen.

De leiding heeft zich in deze tijd ook goed weten te vermaken, ze zijn wezen kijken naar de berenkuil, met ditmaal, echte beren in de kuil. Is wel lichtelijke dierenmishandeling, maar heyy het is niet alsof we ooit hebben beloofd dat we goed zijn voor de natuur.

Echter moeten wij niet vergeten te vermelden dat het deze dag kapot warm was in Bern, en we dus allemaal rond liepen met dikke pannenkoeken onder de oksels, en op de rug.

Toen wij, ditmaal precies optijd om 16:00 weer terug waren op het beginpunt, besloten we dat het tijd was om naar het restaurant te vertrekken. Eenmaal aangekomen hebben we nog een uurtje in het gras gelegen, want wij zijn explo’s en wij happen gras. We waren de voetbal vergeten van huis, dus deze moest met ons geld teveel nog even worden aangeschaft. Toen het tijd was om plaats te nemen in het restaurant bleek dat de bediening lichtelijk overvallen was door de reservering van 18 man. Wat erop uitkwam dat de gerechten per categorie werden geserveerd, met de uit eindelijke conclusie dat twee scouts helemaal geen eten hadden. Die vervolgens als ‘to go’ maaltijd werden meegenomen in de trein.

Het potje 30 seconds waar we tijdens ons diner aan waren begonnen moest natuurlijk even worden afgemaakt in de trein. Met als resultaat een hoop geirriteerde medereizigers. Oh, en voor als u het nog niet wist, de hoofdstad van Noorwegen is Zweden. Vervolgend vond de conductrice het noodzakelijk om ons ‘lichtelijk’ geirriteerd aan te spreken op dat we geen reservering hadden gemaakt. Wat leidde tot een gehele paspoortcontrole, die vervolgens overbodig bleek te zijn.

Met het terug lopen naar het kampterrein was voor een aantal een bezoekje aan de EHBO niet overbodig. De explorers op het kampterrein hebben een toespraak van Thomas gekregen om de achterstallige ochtend afwas op te ruimen, en het programma van de volgende dag door te spreken.

En nu hoeven we nog niet per se naar bed, want we kunnen morgen uitslapen:)

Dinsdag 26 juli (Daan en Vera)
De dag dat we de de dood in de ogen keken.

Wij zijn deze dag ontwaakt door een heerlijk muziekje van Koen. Dit muziekje begon te spelen om 7:30. Vervolgens ging alles volgens plan: iedereen was bijna klaar met eten en tas inpakken, toen Demi en Anne ineens van de EHBO-post verschenen.

Het bleek dat zij nog even naar de bult die Anne had waren gaan kijken. Zij hadden nu nog maar een kwartiertje om alle spullen in te pakken en hun maaltijd te nuttigen. Iedereen was enorm gestresst doordat Anne en Demi zo laat waren.

Vervolgens kwamen wij precies op tijd bij ons busje aan. Wij konden precies met zijn achttienen in het busje. Wij stapten met veel blije gezichten het busje in, alleen werd dat later wel anders. Het busje begon met rijden op een asfaltweg. Iedereen vond het wel chill. Vervolgens nam het busje een afslag die niemand verwachtte. We gingen een steil en smal pad op waar veel stenen lagen. Het paadje waar het busje op reed was net breed genoeg voor het busje en er was een afgrond aan de rechterzijde. Vervolgens kwamen wij bij een stuk met heel veel steile bochten de meneer die in het busje reed was getalenteerd in dit soort bochten. Hij nam ze precies zo dat het busje nergens tegenaan kwam.

Nadat we uit het busje waren gestapt moesten nog een paar mensen hun blazen legen. Toen iedereen van het toilet gebruik gemaakt had werden er groepjes gemaakt op niveau. Nadat er nog beetje gewisseld was met de groepjes konden we vertrekken.

De hike begon met een brug die enorm wiebelde. Zodra we over de brug waren kwamen we een enorme stijging (volgens mijn moeheid heet dat een “opdaling”) tegen. Onderweg genoten wij van het mooie uitzicht en kwamen wij schapen tegen.

Nadat wij veel gestegen hadden kwamen wij een gletsjer tegen. Hier hebben wij even geluncht (de snelle groep). Na de gletsjer kwam er nog een enorme klim de snelle groep vond het wel leuk want je moest een beetje je handen en voeten gebruiken. De langzame groep heeft lang moeten wachten op Melissa. Maar iedere keer als Melissa weer een stukje naar boven kwam kreeg zij een opkikkertje (een snoepkikkertje van Vera).

De snellere groep kwam aan om ongeveer 14:00 en heeft toen even een drankje gedronken. Daniel en Hidde kwamen toen nog op het idee een berg te beklimmen die nog vanaf de hut een uurtje lopen was. Dit bleek toch niet zo’n goed idee te zijn voor onze kuiten. Vervolgens zijn wij naar een bankje met mooi uitzicht gelopen.

Om 14:40 kwam de middelste groep aan bij de hut en hebben zij ook even een drankje gedronken. Toen bleek dat Jelle hard door zijn enkel was gegaan en wat achterstand had opgelopen op de middelste groep. Hij kwam vervolgens aan om ongeveer 15:00. Jelle was wel een beetje chagrijnig doordat hij de weg kwijt was geraakt op de gletsjer en er bijna niemand anders was behalve een koppel dat gewoon door liep.

De laatste groep kwam aan rond 17:30. De rest had inmiddels de kamer bekeken. En hun spullen daar neer gelegd. Het eten stond om 18:30 op tafel. We aten als voorgerecht soep, als hoofdgerecht kregen wij aardappelpuree met salade en rundvlees. Het toetje was citroencake met kokos.

Na het eten hebben we nog meer spelletjes gespeeld, buiten gestaan en gepraat met andere gasten van de berghut. Hierna was het de hoogste tijd om naar bed te gaan, want er wordt in deze hut al vanaf 03.00 ontbijt geserveerd!

Woensdag 27 juli (Daan, Igor en Melissa)
De dag dat we de dood in de ogen keken, deel twee.

We begonnen deze dag om 06:45. Iedereen was kapot moe omdat het hartstikke warm was in de slaapzaal van de hut.

Nadat iedereen zijn spullen had ingepakt gingen wij met zijn allen naar beneden om ons ontbijt te nuttigen. De kaas leek op plastic, de jam leek en smaakte naar gelatine en het brood was droog en oud. Doordat alles er zo smerig uitzag nam iedereen yoghurt met cruesli en sommigen ook nog chocolademelkpoeder of koffiepoeder. 

Na het ontbijt zijn we in twee groepen naar beneden vertrokken. Rik rende weg met een vijftal explorers nog voordat de anderen dit goed en wel door konden hebben. De andere groep maakte nog even een foto bij het kruis dat symbool staat voor de Lötschenpass-hut, en vertrok daarna ook naar beneden. De route was niet enorm lang, maar wel enorm steil waardoor het soms valtechnisch handiger was om te rennen dan om te lopen. Echter konden een paar verstuikte enkels, en het dichtbij bekijken van schapenpoep, niet voorkomen worden. 

De groep van Rik kwam na 1,5 uur aan bij de bushalte en besloot dat ze geen zin hadden om te wachten op de groep die geen zin had om in het ravijn te vallen, en besloot door te lopen naar het treinstation in Goppenstein. Ze verstopten geld onder een steen zodat de andere groep een schattenjacht kon doen naar geld voor de bus. 

In de andere groep was inmiddels een beetje paniek ontstaan gezien er iemand kwijt was geraakt. Twee dappere explorers renden naar boven, een derde probeerde te volgen maar hield het niet bij en staakte de missie. Al snel was de kwijtgeraakte scout gelukkig gevonden. Met deze groep zijn ze een half uurtje later bij de bushalte aangekomen, en startte de schattocht naar het geld. Dit bleek niet eens nodig te zijn, want door het goede Duits van Eva mochten ze gratis met de bus. 

Toen bleek dat twee leiding nog achter waren omdat Melissa gevallen was. Irene en Melissa besloten dat het een slim plan was om naar beneden toe te liften, maar Zwitsers zijn niet zo vriendelijk en alle autos besloten hun voorbij te rijden. Samen zijn zij naar beneden gestrompeld en een uurtje later konden zij ook de bus pakken, helaas nu niet gratis. 

Na de busritten kon iedereen snel de trein pakken, ieder op zijn eigen tijd, en terug naar het kampterrein. Vanaf het kampterrein werden de spullen verzameld om naar het zwembad te gaan. Jelle bleef achter op het kampterrein omdat er inmiddels zo’n puinhoop was ontstaan dat een vos de slipper van Anne had meegenomen, en het zeer nodig was om eens goed op te ruimen. 

In het zwembad was iedereen teleurgesteld van de kou en de glijbaan (kreeg je geen snelheid op) en de meeste mensen gingen al snel het water uit. Het was wel even lekker en sommige mensen zijn daarna op het gras in slaap gevallen. Het was eigenlijk gewoon een verkapte mogelijkheid tot douchen na twee dagen intensief wandelen. 

Na het zwemmen had niemand meer zin om terug te wandelen, en hebben we de bus terug genomen naar het kampterrein. Eigenlijk was het plan om hier vervolgens groentepakketjes te maken op het vuur, maar we mogen geen vuur maken, want ze zijn bang dat we Zwitserland afbranden. En de enige groenten die we nog hadden waren uien, dus we besloten een compromis te sluiten en voor net zo gezonde pannenkoeken te gaan. We hadden ons al eerder bewezen tijdens de pannenkoekendag dat we dit goed konden, dus daar hoefden we niet lang over na te denken. 

Hierna was er ruimte om lekker vroeg te gaan pitten, nog even een spelletje te spelen of het kampverslag te schrijven.

Donderdag 28 juli (Thomas)
De dag dat we de dood in de ogen keken, deel 3.

Vandaag herrezen wij gelukkig later dan normaal uit de tijdelijke dood, de leiding vond dit een goed idee na de odyssee van de dagen ervoor. Hierna volgde natuurlijk een simpele doch voedzame maaltijd van bammetjes met beleg. Na de afwas bedachten wij opeens: ”Wat nou als wij nou eens nog meer gaan lopen.” Helaas was de rest van de aanwezigen het hier minder mee eens, dus gingen wij met ons weinigen lopen en bleef de rest achter om te genieten van het schoonmaken van het kampterrein, tosti’s te maken en spelletjes te spelen. Maar goed wij dus op pad gaan, met elke stap stierven onze bovenbenen meer. Het uitschreeuwend liepen wij naar boven om te gaan genieten van het uitzicht. Gelukkig konden wij onze pijnen en kwalen verlichten met muziek en een flinke pas. Op het ritme walste wij richting onze voortijdige dood. Alweer. Al genietend kwamen wij langzaam aan bij de kabelbaan, voor velen een teken van hoop en redding, zo ook voor ons. Toen zagen wij de hoek waarmee deze naar beneden ging en verliet de hoop ons. Met deze steen in onze maag besloten wij eerst maar te genieten van een prachtig uitzicht als galgenmaal. Uiteindelijk wisten wij onszelf toch naar de kabelbaan te slepen en begonnen wij de afdaling…

De executie startte traag, over weilanden en bosjes. En toen kwamen wij bij de rand. De gondel stopte niet en daar gingen wij. De leegte in. 300 meter naar beneden, 5 centimeter kabel om ons te redden van een pijnlijke dood. Na wat als een eeuw voelde, raakte onze trillende benen weer vaste grond. Met de doodsangst nog in de ogen konden wij grote grijze regenwolken zien binnenrollen in het dal, dus onze pas begon te versnellen om droog over te komen. Met de eerste spatten liepen wij het kampterrein op. Eenmaal in de tenten begon het met bakken uit de lucht te komen. Onder onze kamptafel begonnen rivieren te stromen. De rivieren stroomde de rest van de dag en wij zijn in de tenten gebleven tot het slapen gaan, met een korte onderbreking van het avondeten.

Vrijdag 29 juli (Thomas)
De dag dat we de dood (net iets te dichtbij) in de ogen keken.

Deze wonderschone dag startten wij naïef, dat zouden wij nog berouwen. Als normaal aten wij ons ontbijt, met een brood-tekort, deden wij de afwas en renden wij naar de bus. Na een korte overstap drukten wij op de stop-knop. Maar de bus stopte niet. Hij remde zelfs niet. Hij keerde om en zette zijn terugweg in. Eenmaal terug bij de plek van de overstap wisten wij de eigenaardige buschauffeur te overtuigen de wagen stop te zetten en stapte wij over naar de benenwagen. De bestemming? De meest effectieve manier om te sterven. 

De normale route duurde ons alleen te lang, dus namen wij een afslag te vroeg, liepen door een weiland, een achtertuin en over een hek. Eenmaal gearriveerd introduceerde een erg sadistische versie van Magere Hein zich met een sprong van een skischans. Deze entree was nog niet genoeg, dus hij deed het doodleuk nog een keer. Eenmaal met beide benen aan de grond begon hij uit te leggen hoe veilig het wonderlijke Mountain-Tubing wel niet was. Mountain-Tubing is de activiteit van jezelf van een berg af gooien in een band met een te dunne bodem. Extreem veilig dus. Er kan natuurlijk niets misgaan als je jezelf van een skischans afwerpt. Nou goed, na genoeg verzekeringen van Hein gaan we toch maar naar boven, In een krap schokkerig liftje bereiden wij ons voor op onze ondergang. Eenmaal bovenaan realiseren wij opeens: ”zo’n skischans is eigenlijk best wel stijl.” Daniel besluit dat hij de meest mannelijke onder ons is en gaat eerst. Met masculine geschreeuw begint hij de afdaling. Eenmaal onderaan weer gestopt stokt hij en schreeuwt dan: ”NOG EEN KEER!” en de rest volgt zijn voorbeeld. Toen was voor ons de normale schans nog niet voldoende en dus namen wij de lift naar de grotere schans. Bovenaan ontnam de bovenkant het zicht op de afdaling, waarop Magere Hein ons nog eens verzekerde dat er absoluut niets mis kon gaan. In pure shock daalde wij af terwijl onze lieflijke leiding zich, met beide benen op de grond, stuk lachte. Door onze fase van shock konden wij ons de afdaling niet herinneren en leefde wij in de waan dat dit een leuke activiteit was en gingen wij opnieuw, terwijl Magere Hein zich verkneukelde over de geluiden van zielen die lichamen verlieten tijdens de afdaling. Na een paar keer deze cyclus te hebben herhaald begonnen de weergoden zich te vervelen en zegende zij ons met plezante regen. Dit kon onze “pret” natuurlijk niet drukken, dus gingen wij rustig dood-uuhhh door. Na een nog een paar afdalingen zat onze tijd erop en begonnen wij aan een natte terugreis.

Eenmaal op het kampterrein probeerde wij ons bij elkaar te rapen voor de zeer belangrijke Explo-raad: Een groepsraad om te besluiten hoe wij het volgende jaar in zouden gaan. Om de gemoederen enigszins op peil te houden werden wij voorzien van tosti’s door onze lieftallige niet-explo’s. Na lang overleg konden wij weer goed door naar betere tijden, maar met betere tijden kwam geen beter weer… Het regende en regende en regende. Met bakken bleef het uit de lucht komen. En het stopte niet. Zelfs niet voor de International Campfire, geïmproviseerd met olielampen door een stookverbod, ja het stortte al een dag en er was nog steeds een stookverbod. Dus in de regen gingen wij lekker de kabouterdans opvoeren. De regen en het late en weinige eten werden sommigen echter te veel, het zou een lange nacht worden.

Zaterdag 30 juli (Thomas)
De dag dat we een keer niet bijna stierven.

Deze ochtend begon een tikkie ruw, wij werden door de leiding uit de tent gesleurd omdat wij, na gisteren, om 10 uur van het kampterrein af moesten zijn om de laatste nacht binnen te bivakkeren. Hierdoor moesten wij flink haasten, wij hadden namelijk nog ongeveer anderhalf uur om alles af te breken en weg te halen. Uiteindelijk waren wij maar 5 minuten te laat en konden wij het materiaal de trailer in laden. Hierna begonnen wij met smeren van ons ontbijt, lunch én ontbijt, lunch en avondeten van de dag erna. Erg veelzijdig en smakelijk. Door een gebrek aan afwasgerei is er erg hygiënisch afgewassen met de hand, letterlijk. Het gat in de planning hierna hebben wij gevuld met het halen van de High-Adventure-Badge en het rustieke Kandersteg intrekken. Nadat wij genoeg voedsel vergaard hadden voor de terugreis, gingen wij weer naar de scouts center, om daarna weer af te taaien naar Kandersteg voor een etentje, om daarna weer terug te gaan naar de center. Hier hebben wij de laatste loodjes gelegd aan de badge en zijn wij met wildvreemden gaan voetballen, we hebben keihard verloren. Wij waren niet opgewassen tegen de vele Engelsen. Na een korte wandeling terug hebben wij nog een quiz gedaan over de interessante Zwitserse cultuur, gewonnen door Hidde, Oebe en Thomas. Toen zijn wij naar bedje gegaan voor de treinreis van de volgende dag. Na heel wat gepest van Demi zijn wij eindelijk gaan slapen.

Zondag 31 juli (Thomas)
We zeiden gedag.

Door een wekker heen slapen, het kan iedereen gebeuren, zo ook ons. Met een fors geroffel op de deur werd de sluier van slaap van onze hoofden weggetrokken, en waren wij, enigszins verdwaasd, terug in de wereld van de levenden. Toen wij ons realiseerden wat er was gebeurd besloten wij maar eens flink door te werken om maar eens niet de toorn van de Pinkies (kampstaf) op ons te keren. Met gehaaste spoed ontdeden wij de bedden van hun beddengoed en kegelden wij de lakens in de hongerige muil van een moorddadig wezen. Eenmaal buiten kregen wij nog de briljante ingeving dat er nog wel eens spullen van ons in het drooghok konden liggen. Na onze tijdige evacuatie van onder andere Eva’s das-ringen konden wij, na een kleine zoektocht naar een vermiste scout, vertrekken.

Wij zeiden gedag tegen Demi en Igor, die vanuit Kandersteg door zouden trekken naar hun vakantiebestemming. Langzaam teruglopend naar het station zeiden wij inwendig gedag tegen de bergen en eenmaal in de trein zeiden wij gedag tegen het wonderlijke Kandersteg. Terwijl de bergen langzaam overgingen in heuvels en daarna in vlakke grond dachten wij terug aan alle goede herinneringen en avonturen: Ons tripje naar Bern, de Rodelbaan, de intimiderende Lötschenpass, het voorbeeldige uitzicht vanaf de bergen het dal in van Kandersteg in en natuurlijk onze mentale dood, het Mountain-Tubing. Langzaam maar zeker begonnen de bomen en de huizen weer vertrouwd te worden. En daar was Arnhem Centraal alweer. Tien dagen op pad, tien dagen avontuur, oneindig veel herinneringen. Terwijl wij terugsjokten naar de Frans-Hals begon het langzaam in te zinken dat wij echt weer terug waren. Eenmaal daar zeiden wij gedag, tot ziens, tot de Airborne, tot ooit.